Kinderen en BCG-vaccinatie

In Nederland worden kinderen, van wie de ouders uit een land komen waar veel tuberculose voorkomt, gevaccineerd tegen deze ziekte. Deze vaccinatie wordt aangeboden aan kinderen tot 12 jaar. Met name jonge kinderen kunnen erg ziek worden van tuberculose.

Tegen tuberculose bestaat een vaccinatie. Deze vaccinatie wordt ook wel de BCG-vaccinatie (Bacillus Calmette-Guérin) genoemd. De vaccinatie bevat levende tuberculosebacteriën, die verzwakt zijn en geen ziekte kunnen veroorzaken. Deze bacteriën zorgen er wel voor dat het lichaam bescherming opbouwt tegen tuberculose.

De vaccinatie beschermt 50-80% van de kinderen tegen het krijgen van tuberculose en de complicaties van de ziekte.

Uit de gemeentelijke basisadministratie krijgen wij informatie als één of beide ouders zijn geboren in een land waar veel tuberculose voorkomt. Onderzoek laat zien dat de kans om tuberculose te krijgen in deze bevolkingsgroepen ook in Nederland nog verhoogd is.
Het is raadzaam uw kind te laten vaccineren als uw kind in de toekomst dit land gaat bezoeken of regelmatig contact heeft met mensen die dit land bezocht hebben.

Wanneer uw kind een afspraak heeft ontvangt u een uitnodiging met daarbij een vragenlijst. Deze moet u vooraf invullen en mee nemen naar uw afspraak. Als er een vraag met “JA” beantwoord is verzoeken we u ruim vóór de afspraak per e-mail contact op te nemen met uw GGD. Wij nemen binnen 24 uur contact met u op.

- BCG vragenlijst
- BCG Questionnaire

De vaccinatie wordt bij voorkeur zo snel mogelijk na de geboorte gegeven. Zodra het hielprikonderzoek van pasgeborenen heeft laten zien dat het kindje goed gezond is en geen aangeboren ziektes heeft.
Voor meer informatie zie folder Hielprik

Wanneer uw kind al op vakantie is geweest of ouder is dan 1 jaar krijgt het eerst een tuberculinehuidtest (Mantoux) om te controleren of uw kind niet al geïnfecteerd is met de tuberculosebacterie. Bent u korter dan 2 maanden terug van de reis neem dan contact op met de afdeling tuberculosebestrijding.

Bij de BCG-vaccinatie wordt er in de huid van de linker bovenarm een beetje vloeistof gespoten. 

Na 4-8 weken verschijnt op de plaats van de vaccinatie meestal een rood en wat dikker zweertje. Soms duurt het zelfs nog wat langer. Er kan bloed en/of pus uitkomen. Dit is normaal. Na ongeveer 6 maanden is er op de plek van het zweertje een litteken te zien. Over de verzorging van dit wondje krijgt u informatie bij de GGD. U kunt het ook nalezen in de folder BCG-vaccinatie nazorg.

Het duurt enkele weken voordat de BCG-vaccinatie gaat werken. Koorts na de vaccinatie is daarom niet het gevolg van de vaccinatie, maar heeft over het algemeen een andere oorzaak.

De vaccinatie heeft weinig bijwerkingen bij gezonde kinderen. Het is ook niet gevaarlijk om deze vaccinatie te combineren met andere vaccinaties. Het is belangrijk dat u alle informatie over de gezondheid van uw kind doorgeeft aan de GGD.

Wanneer uw kind een afspraak heeft ontvangt u een uitnodiging met daarbij een vragenlijst. Deze moet u vooraf invullen en mee nemen naar uw afspraak. Als er een vraag met “JA” beantwoord is verzoeken we u ruim vóór de afspraak per e-mail contact op te nemen met uw GGD. Wij nemen binnen 24 uur contact met u op.

- BCG vragenlijst
- BCG Questionnaire

U kunt uw afspraak verzetten middels het invullen van een wijzigingsformulier. Let op dat u contact opneemt met de juiste GGD. 

Er zijn verschillende folders over de BCG vaccinatie

Naar de afspraak dient u het volgende mee te nemen:

  • Oproepbrief
  • Identiteitskaart of paspoort van het kind (indien aanwezig)
  • Ingevulde vragenlijst
    - BCG vragenlijst
    - BCG Questionnaire
  • Vaccinatiekaart uit het Groeiboekje